Vernon Chatlein with Koffie performing at the North Sea Jazz Festival 2017.
Koffie are:
Floris van der Vlugt (alto saxophone); Etay Waisman (tenor saxophone); Valentijn Bannier (guitar); Niels Broos (keyboards); Daniel Schotsborg (bass); Abe van der Woude (drums); Steven Brezet, Vernon Chatlein (percussion). open album
Vernon Chatlein is a percussionist and composer from Curaçao specialized in Afro-Caribbean, Latin Music and Jazz.
Vernon started his education at the Edgar Palm Music School in Curaçao followed by the Conservatorio Amadeo Roldán in Havana, Cuba. He became a young prodigy at just 19, chosen as the leader of the Curaçao youth Jazz Orchestra, under the tutelage of the acclaimed pianist David “Ronchi” Matthew. This resulted in a connection with pianist Alex Brown (pianist for the famous Cuban saxophone player Paquito d’Rivera), who invited Vernon to play at the famous Lincoln Center’s Dizzy’s Jazz club in New York.
He then continues the Jazz Percussion study at the Conservatory in Amsterdam however decides to depart the program early. His ensemble teacher Randal Corson, well-acclaimed pianist and composer and known as the godfather of Curaçaoan Jazz, takes Vernon under his wing and makes him part of his band; “Randal Corson’s Symbiosis”. This revolutionized Vernon’s education in Jazz and became a big push for Vernon to carry on the torch of Curaçaoan music and jazz.
Following this vision, he releases his first Album “Inner Silence” which in a way reflects Vernon finding his inner peace whilst living the busy city life in Amsterdam. Although based in the Netherlands, he always reconnects to his Island, making sure that each project is always shared and performed in Curaçao. His work, maybe unconsciously, is always geared to his country and his people.
He continues to study his craft in percussion with the likes of Jose Luis Quintana “Changuito”, Yaroldi Abreu, Dreiser Duruthy Bombalé, known as some of the greatest master percussionists of the world. It results in Vernon growing into a household name himself, landing international stages such as ‘Festival de Jazz NaguaNagua (Venezuela), the Baltimore-Washington Jazz, Havana Cuba (Teatro Bellas Artes), Saulkrasti Jazz festival Latvia, North Sea Jazz Festival(Rotterdam), Sunday Jazz Brunch at St. Peter’s Church (NY) and of also the Caribbean Sea Jazz Festival (Aruba). It advances and solidifies his space in international Latin and Afro Caribbean Jazz. He has had numerous tours in the US, Japan and China with the Malando Orchestra and was also one of the first members of Dutch Curaçaoan festival band “KiT” (Kuenta I Tambú).
Between the chaos he pairs up with world-renowned Dutch drummer Koen Herfst and initiates the drum-percussion duo 3MEETS2 where they experiment with Latin Percussion and Metal drumming. They go on to release an EP with the same name.
Vernon is also asked to become the inhouse Musician for Dutch “BIPOC” theater collective Sir Duke. This opens the stage for Vernon to experiment with text as a performer and storyteller and also making music for theater. It leads to Vernon starting his own group “VANTA”; an interdisciplinarity theater and research collective that uses spoken word to tell stories.
Vanta drives the importance to present work that reflect and amplifies the beauty of blackness. Through Vanta, Vernon discovers the sound archive Zikinza, created by Dutch Priest Paul Brenniker and Curaçaoan born anthropologist and writer Elis Juliana. This is an archive consisting of roughly 1400 recordings with interviews, stories, anecdotes, songs and riddles from Afro Curaçaoan elders from the 50’s and 60’s. One of the elders being as old as 102, meaning the information came from before the abolishment. Through the archive Vernon realizes that there is a lot of his cultural heritage that is not seeing the light of day. Zikinza also reconnects Vernon with one of his favorite musical genres, Muzik di Zumbi an African music style born on the plantations, however popularized by farming communities who were traveling to the city for work and started to emulate these sounds they caught on the other side of the island.
In 2020 Vernon was awarded a development grant which gives him the opportunity to dive into the archives even more. It inspires his own research and performance platform “Voices from Letters”. A platform for research on tangible and intangible cultural heritage. Always based on music and stories of Afro Cultures in the Caribbean, always approaching the region as its own continent.
The first piece created out of Voices from Letters is “Zikinza”, followed by “Imershón”. Both projects represent the culture and stories that are part of the Zikinza archive, also highlighting the importance of the creators of the archive.
Currently Vernon is crafting his third research and performance piece titled “Kimina”. The project researches Tambú and with it Vernon aims to popularize and standardize the genre whilst still preserving the culture and the codes that come with it. Also bringing Tambú into contemporary spaces, his goal is to not only make Tambú accessible for different audiences, he also wants to offer the world something that is authentically Curaçaoan and that Curaçaoans can be proud of. It is his way to continue the legacy of the greats that came before him.
Dutch:
Vernon Chatlein is een percussionist en componist uit Curaçao, gespecialiseerd in Afro-Caribische, Latijns-Amerikaanse muziek en jazz.
Vernon begon zijn opleiding aan de Edgar Palm Music School op Curaçao gevolgd door het Conservatorio Amadeo Roldán in Havana, Cuba. Hij werd een jong wonderkind op slechts 19, gekozen als de leider van het Curaçao Youth Jazz Orchestra, onder de voogdij van de veelgeprezen pianist David "Ronchi" Matthew. Dit resulteerde in een band met pianist Alex Brown (pianist van de beroemde Cubaanse saxofonist Paquito d'Rivera), die Vernon uitnodigde om te spelen in de beroemde Dizzy's Jazz club van het Lincoln Center in New York.
Daarna vervolgt hij de studie Jazz Slagwerk aan het Conservatorium in Amsterdam, maar besluit de opleiding voortijdig te beëindigen. Zijn ensemble docent Randal Corsen, veelgeprezen pianist en componist en bekend als de peetvader van de Curaçaose Jazz, neemt Vernon onder zijn hoede en maakt hem onderdeel van zijn band; "De symbiose van Randal Corsen". Dit bracht een revolutie teweeg in Vernons opleiding in jazz en werd een grote stimulans voor Vernon om de fakkel van de Curaçaose muziek en jazz voort te zetten.
In navolging van deze visie brengt hij zijn eerste album "Inner Silence" uit, dat in zekere zin weerspiegelt hoe Vernon zijn innerlijke rust vond terwijl hij het drukke stadsleven in Amsterdam leidde. Hoewel hij in Nederland woont, maakt hij altijd weer verbinding met zijn eiland en zorgt ervoor dat elk project altijd wordt gedeeld en uitgevoerd op Curaçao. Zijn werk is, misschien onbewust, altijd afgestemd op zijn land en zijn volk.
Hij blijft zijn ambacht in percussie bestuderen met mensen als Jose Luis Quintana "Changuito", Yaroldi Abreu, Dreiser Durruthy Bombalé, bekend als enkele van de grootste meester-percussionisten ter wereld. Het resultaat is dat Vernon zelf uitgroeit tot een begrip en landt op internationale podia als 'Festival de Jazz Naguanagua (Venezuela), de Baltimore-Washington Jazz, Havana Cuba (Teatro Bellas Artes), Saulkrasti Jazz festival Letland, North Sea Jazz Festival (Rotterdam ), Sunday Jazz Brunch in St. Peter's Church (NY) en ook van het Caribbean Sea Jazz Festival (Aruba). Het bevordert en verstevigt zijn positie in de internationale Latin en Afro Caribbean Jazz. Hij heeft talloze tournees gemaakt in de VS, Japan en China met het Malando Orkest en was ook een van de eerste leden van de Nederlandse Curaçaose festivalband “KiT” (Kuenta I Tambú).
Tussen de chaos door vormt hij een duo met de wereldberoemde Nederlandse drummer Koen Herfst en initieert hij het drum-percussieduo 3MEETS2, waar ze experimenteren met Latin Percussion en Metal-drummen. Ze brengen vervolgens een EP uit met dezelfde naam.
Vernon wordt ook gevraagd om huismuzikant te worden voor het Nederlandse "BIPOC" theatercollectief Sir Duke. Dit opent het podium voor Vernon om te experimenteren met tekst als performer en verhalenverteller en ook om muziek te maken voor theater. Het leidt ertoe dat Vernon zijn eigen groep "VANTA" start; een interdisciplinair theater- en onderzoekscollectief dat gesproken woord gebruikt om verhalen te vertellen.
Vanta benadrukt het belang om werk te presenteren dat de schoonheid van zwartheid weerspiegelt en versterkt. Via Vanta ontdekt Vernon het geluidsarchief Zikinza, gemaakt door de Nederlandse priester Paul Brenneker en de op Curaçao geboren antropoloog en schrijver Elis Juliana. Dit is een archief dat bestaat uit ongeveer 1400 opnames met interviews, verhalen, anekdotes, liedjes en raadsels van Afro Curaçaose ouderen uit de jaren 50 en 60. Een van de oudsten is 102 jaar oud, wat betekent dat de informatie van vóór de afschaffing kwam. Door het archief realiseert Vernon zich dat veel van zijn cultureel erfgoed het daglicht niet ziet. Zikinza brengt Vernon ook opnieuw in contact met een van zijn favoriete muziekgenres, Muzik di Zumbi, een Afrikaanse muziekstijl geboren op de plantages, hoe populair ook door boerengemeenschappen die voor werk naar de stad reisden en deze geluiden begonnen na te bootsen die ze aan de andere kant van de wereld hadden opgevangen. het eiland.
In 2020 heeft Vernon een ontwikkelingsbeurs gekregen waarmee hij nog meer de archieven kan induiken. Het inspireert zijn eigen onderzoeks- en performance platform “Voices from Letters”. Een platform voor onderzoek naar materieel en immaterieel cultureel erfgoed. Altijd gebaseerd op muziek en verhalen van Afro-culturen in het Caribisch gebied, altijd de regio benaderend als zijn eigen continent.
Het eerste stuk uit Voices from Letters is "Zikinza", gevolgd door "Imershón". Beide projecten vertegenwoordigen de cultuur en verhalen die deel uitmaken van het Zikinza-archief en benadrukken ook het belang van de makers van het archief.
Momenteel werkt Vernon aan zijn derde onderzoeks- en performance stuk getiteld "Kimina". Het project onderzoekt Tambú en daarmee wil Vernon het genre populair maken en standaardiseren met behoud van de cultuur en de bijbehorende codes. Hij brengt Tambú ook naar hedendaagse ruimtes, zijn doel is om Tambú niet alleen toegankelijk te maken voor verschillende doelgroepen, hij wil de wereld ook iets bieden dat authentiek Curaçaos is en waar Curaçaoënaars trots op kunnen zijn. Het is zijn manier om de erfenis voort te zetten van de groten die hem voorgingen.