gastmuzikanten: Fred Berkemeier, Peter Kleineshaars, Henk Huizinga, Marcel Schimscheimer, Tom Barlage, Klaas van Dijk, Tanne Comello, Gina de Bruin.
De nummers op deze lp lijken geschreven te zijn door M.G. Cock,. In werkelijkheid zijn ze geschreven door Muskee, maar geregistreerd onder de naam M.G. Cock, de toenmalige vriendin van Harry, dit vanwege fiscale redenen.
Voor het album werden uitsluitend nieuwe nummers gebruikt. Twee teksten, "The Zoo" en "For real" zijn van Jules Deelder, de nachtburgemeester van Rotterdam. Harry ontmoette Jules na diens optreden in Assen. Bij een goede borrel werd de afspraak gemaakt dat Deelder een paar teksten zou leveren. "The Zoo" ademt een heel positieve sfeer. Wel een beetje wrang, maar toch optimistisch. Hoe beroerd het ook met je gaat, je kunt beter naar de dierentuin dan aan het gas gaan. Dat de band met Eelco Gelling nog niet definitief verbroken was, blijkt uit het nummer "Lavorara stanca". De titel ontleende Harry aan het werk van de Italiaanse dichter César Pavese. Het betekent ‘te moe om te werken’. Muskee bedoelde het als een aansporing voor Gelling om uit zijn inertie te ontwaken en zijn gitaar weer ter hand te nemen. Twee nummers op de lp hebben de verhouding tussen stad en platteland als thema. "Geronimo weeps" gaat over de beroemde Apache-hoofdman Geronimo, die in 1909 overleed. Een man die opkwam voor de rechten van een klein volk met een heel bescheiden grondgebied. Maar de blanke kolonisten wilden alles en verdreven ook Geronimo en zijn volk. Hij werd verraden en gevangen gezet. Zijn geliefde grond moest hij verlaten. In "City soldier" bezingt Harry Muskee, vanuit de optiek van de plattelander, de grote stad. De verlokkingen en de gevaren. Filmer Willem van der Linde, die zelf vanuit het Overijsselse dorp IJhorst via Londen naar Amsterdam was getrokken, gebruikte het nummer in zijn film "De Legende".