De klankkast van de ene viool kan hoger of breder zijn, of iets smaller in het midden, of het bovenblad kan iets meer of minder gewelfd zijn. En altviolen heb je ook in verschillende groottes. Een rondje langs de klankkast.
(Niet) even groot
Hele violen zijn eigenlijk altijd even groot, als je niet op een halve centimeter kijkt, maar hele altviolen zijn er in verschillende maten. Bij kleine alten is de klankkast ruim 38 centimeter lang, bij de grootste een centimeter of vijf langer. De maten van altviolen worden vaak in inches aangegeven. Omrekenen? Een inch is 2,54 centimeter.
Grotere alten
Er zijn prachtige kleine altviolen, maar meestal zal een groter model ook inderdaad wat groter en voller klinken. Zoek je een kleinere, dan is het een idee om vooral naar wat bredere, diepere instrumenten te kijken; die zullen vaak meer als een alt klinken dan een kort, smal en ondiep model.
Slankere violen
Bij violen moet je goed leren kijken om de verschillen tussen de ene klankkast en de andere te zien. Soms zijn ze bijvoorbeeld een beetje gedrongen, terwijl andere violen net iets slanker lijken. Van groot belang voor de klank is dat eigenlijk niet. Wel kan de ene viool beter in de hand liggen dan de andere. Eentje met een klankkast met een smalle bovenkant bijvoorbeeld, zodat je met kleinere handen toch makkelijk bij de hoogste noten kan.
Stradivarius
Veel violen worden nog altijd gemaakt naar het model dat Stradivarius rond 1700 bouwde, maar ook de namen van andere bouwers worden wel gebruikt om verschillende vioolmodellen aan te geven. De verschillen zijn weer klein, maar een Stradivarius-model is bijvoorbeeld wat breder en heeft kortere ƒ-gaten dan een Guarnerius-model.
Het bovenblad
Het bovenblad is het belangrijkste onderdeel van een viool. De snaren brengen het bovenblad in trilling, en het zijn vooral die trillingen die het geluid van je viool bepalen.
Sparrenhout
Het bovenblad wordt vrijwel altijd uit één laag (massief) sparrenhout gemaakt: Fichte in het Duits, of spruce in het Engels. Het achterblad is meestal van massief esdoorn (Ahorn of maple), een iets zwaardere, dichtere houtsoort. Alleen heel goedkope violen hebben soms een gelamineerd achterblad. Zo’n achterblad bestaat uit meerdere dunne laagjes.
Fijne nerven
Veel violisten zien het liefst een bovenblad met rechte, gelijkmatige, niet te brede nerven, die naar het midden van de viool toe steeds iets fijner worden. Is het dan dus goed? Dat kan, maar er bestaan violen met een prachtige nerf die niet best klinken, en andersom komt net zo goed voor.
De welving
Een vlakker bovenblad kan een sterkere, krachtigere klank geven dan een bovenblad met een hogere welving. Even voor het idee: bij violen is de ‘heuvel’ van het bovenblad meestal tussen de 15 en 18 millimeter hoog. Het achterblad is wat vlakker.
Dik in het hout
Sommige goedkope violen hebben dikkere bladen, omdat die sneller te maken zijn. Een viool die ‘te dik in het hout zit’ klinkt meestal een beetje dun. Meestervioolbouwers bepalen de dikte van een blad in tienden van millimeters, om de viool straks precies de gewenste klank te geven.
MEER WETEN?
Meer weten over je instrument, over strijkstokken, verschillende sooorten snaren, hars en nog veel meer? Lees Tipboek Viool en altviool!
TIPCODES
Elk Tipboek dat in of na 2001 verscheen bevat 20 of meer Tipcodes. Deze unieke codes geven op www.tipbook.com toegang tot korte filmpjes en audiotracks waarmee je ook kan horen waar je in de Tipboeken over leest. En voorbeeld vind je op de website!
TIPBOEK VIOOL EN ALTVIOOL - INHOUD
De eerste hoofdstukken van elk Tipboek zijn vooral voor beginners bedoeld. In de daaropvolgende hoofdstukken wordt dieper op het instrument en alle toebehoren (stokken, snaren, mondstukken, strijkstokken, enzovoort) ingegaan. Daarna volgen een of meer hoofdstukken over stemmen, intoneren, onderhoud en aanverwante onderwerpen. De laatste hoofdstukken bieden korte achtergrondinformatie over familie, geschiedenis, bouw en merknamen.
HOOFDSTUK 1. VIOLISTEN?
Violisten spelen meestal samen. Met een pianist, met een compleet orkest of met andere strijkers. Of met een band, want violisten spelen ook jazz, rock en volksmuziek.
HOOFDSTUK 2. IN VOGELVLUCHT
Een viool heeft een klankkast, een hals en vier snaren, maar ook een stapel, wangen en nog veel meer. Hoe alles heet, waar het voor dient, wat het verschil is tussen een viool en een altviool, en wat een kinderviool is.
HOOFDSTUK 3. LEREN SPELEN
Vrijwel niemand leert viool spelen zonder leraar, en noten lezen hoort er eigenlijk altijd bij. Een hoofdstuk voor iedereen die het leren wil. Inclusief oefentips.
HOOFDSTUK 4. KOPEN OF HUREN?
Vooral als je jong begint, kan je vaak beter een viool huren dan er eentje kopen. En als je er een gaat kopen, is het handig om te weten wat dat zo ongeveer gaat kosten.
HOOFDSTUK 5. EEN GOEDE VIOOL
Waar let je op als je een viool uitkiest, en hoe kom je erachter of het een goed instrument is? Een hoofdstuk vol kijk-, test-, voel-, speel- en luistertips.
HOOFDSTUK 6. GOEDE SNAREN
Alleen met goede snaren haal je het allerbeste uit je viool. Alles over de verschillen in klanken en materialen, en nog veel meer.
HOOFDSTUK 7. EEN GOEDE STRIJKSTOK
De ene strijkstok is de andere niet. Welke past het best bij je viool, en welke past het best bij jou? En welke hars gebruik je daarbij?
HOOFDSTUK 8. ACCESSOIRES
Over kinhouders, schoudersteunen en sourdines, over vioolkisten, en over elementen en microfoontjes.
HOOFDSTUK 9. STEMMEN
Een viool moet je stemmen. Hier lees je hoe je dat het makkelijkst doet.
HOOFDSTUK 10. VIOOLONDERHOUD
Een hoofdstuk over alles wat je zelf kan doen en alles wat je beter kan laten doen om je viool, je snaren en je stok in conditie te houden.
HOOFDSTUK 11. TERUG IN DE TIJD
Er is maar weinig verschil tussen de violen van honderden jaren terug en de violen die vandaag gebouwd worden. De geschiedenis in het kort.
HOOFDSTUK 12. DE FAMILIE
De cello is familie van de viool, en de contrabas ook. Maar er zijn nog meer familieleden, en er is een hele rij kennissen.
HOOFDSTUK 13. VIOLEN BOUWEN
Violen worden niet alleen in fabrieken gebouwd, maar ook in kleine werkplaatsen. En de echte meesterbouwers doen het nog net zo als vroeger.
HOOFDSTUK 14. DE BOUWERS
Namen van bouwers en fabrieken, merknamen, nieuwe en oude namen, familienamen en namen van bouwers die nooit bestaan hebben.
VIOLISTENWOORDENBOEK EN INDEX
Wat is een kielhoutje, waar zit de zangbalk en wat doet een wolfdoder? Een woordenboek voor violisten. Is meteen de index, zodat je alles gemakkelijk terug kan vinden.
MEER WETEN?
Tijdschriften en boeken waarin je meer over violen kan lezen, informatie over nieuwsgroepen en websites op internet, en over de makers.
BIJ DE HAND
Noteer hier alle gegevens over je viool, je snaren en je vioolverzekering.